Na de afgelopen episodes van deze reeks waarin we in Europa verbleven en uitgevers/striptekenaars als Marten Toonder, Jean Dupuis en Willy Vandersteen bespraken, is het nu weer tijd om terug te gaan naar Amerika, en daar te kijken naar de opkomst van de superhelden die we nu allemaal kennen…
Captain America
De Tweede Wereldoorlog had een behoorlijke invloed op de strips. Strips mochten niet meer worden geïmporteerd naar Europa, wat Nederlandse stripmakers een kans bood. Sommige strips mochten niet meer geproduceerd worden en sommige tekenaars mochten of konden niet meer werken. Maar de oorlog heeft in ieder geval ook tenminste één stripheld opgeleverd.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog waren de Verenigde Staten nog niet actief betrokken in de strijd. Joe Simon en Jack Kirby werkten destijds bij stripuitgeverij Timely Comics. Zoals we al eerder in hun individuele artikelen te weten waren gekomen waren ze beide mannen van Joodse komaf en logischerwijs keken ze met afschuw naar wat Hilter in Europa aan het doen was. Het zinde de heren dan ook niets dat hun eigen land op dat moment niets deed. En ze vonden dat ze wat moesten doen.

Joe begon dit keer met de superschurk, want zo zag hij Hitler. Daartegenover wilde hij een held creëren die de tegenstander van Hitler zou zijn. Joe begon met het werken aan schets, hij tekende een man in een superhelden pak en zette de naam Super American eronder. Omdat hij vond dat er op dat moment al te veel ‘Super’-iets rondliepen, werd dat later aangepast naar de naam Captain America. Op dat moment waren er nog niet veel ‘Captain’ superhelden. Hij gaf Captain America ook een side-kick: een jongeman met de naam Bucky. Hij noemde hem Bucky als een eerbetoon aan zijn schoolvriend Bucky Pierson.
Joe pitchte dit idee bij de uitgever Martin Goodman en Martin vond het een supergoed idee. Dit was een van de eerste keren dat er een geheel nieuwe comic werd uitgebracht met een nieuwe superheld. De meeste andere helden werden geïntroduceerd in een bundeling of kortverhaal in een andere comic. Captain America zou voor het eerst verschijnen in zijn eigen comic Captain America #1.
Martin Goodman wilde wel dat het snel zou worden uitgebracht. De oorlog in Europa was in volle hevigheid losgebarsten en hij was bang dat Hitler vermoord zou worden voordat Captain America uitgeven zou worden. Joe, die altijd met Jack werkte, was bang dat deze opdracht om heel snel de comic uit te geven iets te veel van het goede was voor Jack, dus zocht hij naar een oplossing. Hij wilde Al Avison en Al Gabriele vragen om samen met Jack allen 1/3 van de comic te tekenen. Hij zou dan zijn vaste inkter vragen om alles te inkten, zodat het meer een geheel zou worden. De twee Al’s wilden dit graag met Joe en Jack oppakken. Maar Jack was hier niet te spreken over. En alhoewel de Al’s al ingehuurd waren, gaf Jack bij Joe aan dat hij Captain America #1 in zijn eentje en op tijd af kon krijgen. Dit ongetwijfeld ook omdat dit van invloed zou zijn op zijn verdienste. Hij werd per pagina betaald.

Jack zou hier later over zeggen dat de druk enorm was om het op tijd af te krijgen. Hij tekende 9 pagina’s per dag, wat echt belachelijk snel is. Tegenwoordig is het gemiddelde bij de grote uitgeverij in America 20 pagina’s per maand. Wat Kirby deed was iets wat nog niet eerder gebeurde. Hij smolt twee stijlen samen. De realistische pulpillustraties combineerde hij met een abstracte karikatuurstijl van de krantenstrips. Deze stijl werkte ontzettende goed voor het superheldengenre. Daarnaast gebruikten Jack en Joe weer een nieuwe techniek, namelijk die van splash pages en spread pages. Een splash pagina is een pagina die gevuld wordt door 1 kader. Een spread is twee pagina’s die samen 1 stripkader vormen.

De cover werd een van meest politiek getinte covers tot nu toe in de comics: Captain America #1 sloeg Captain America Hitler neer. Op 20 december 1940 kwam de comic uit en werd een groot succes. De comic was snel uitverkocht en meteen bijgedrukt. Al snel waren een miljoen Captain America’s #1 uitgegeven.
In America begint in deze periode de “Golden Age” van de comics. In navolging van Captain America ging meer superhelden vechten tegen de Nazi’s. Superhelden vochten tegen Duitsers, Italianen en tegen de Japanners. En dat wilde men graag lezen. Wat hierbij meehielp was dat er in de Verenigde Staten veel meer geld in defensie werd geïnvesteerd, waardoor werkloosheid verminderde en de recessie ophield. Er was weer geld om uit te geven en dit werd ook aan comics besteed.
Maar niet iedereen was blij met Captain America en waar hij voor stond. Timely kreeg namelijk ook een behoorlijke hoeveelheid haatmail en bedreigingen. Ook gingen groepen mensen voor het pand van Timely staan en om hun ongenoegen te uiten. De bedreigingen werden zo serieus dat de burgemeester van New York contact opnam met Jack en Simon om hen een hart onder de riem te steken en hij plaatste een politiepost voor het kantoor van Timely.
Word vervolgd.
- De geschiedenis van het stripverhaal 1
- De geschiedenis van het stripverhaal 2: The Yellow Kid
- De geschiedenis van het stripverhaal 3: Bud Fisher
- De geschiedenis van het stripverhaal 4: Winsor McCay
- De geschiedenis van het stripverhaal 5: Animatiefilms
- De geschiedenis van het stripverhaal 6: Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 7: Elzie Crisler Segar
- De geschiedenis van het stripverhaal 8: Pulp Magazines
- De geschiedenis van het stripverhaal 9: Edgar Rice Burroughs
- De geschiedenis van het stripverhaal 10: The Reign of the Superman
- De geschiedenis van het stripverhaal 11: De eerste strips van Nederland
- De geschiedenis van het stripverhaal 12: De familiestrip in Amerika
- De geschiedenis van het stripverhaal 13: Walt Disney
- De geschiedenis van het stripverhaal 14: Walt Disney vs Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 15: The Funnies
- De geschiedenis van het stripverhaal 16: Het ontstaan van Adventure Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 17: Action Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 18: Wonder Man
- De geschiedenis van het stripverhaal 19: De koning, Jack Kirby
- De geschiedenis van het stripverhaal 20: Will Eisner
- De geschiedenis van het stripverhaal 21: Joe Simon
- De geschiedenis van het stripverhaal 22: Flippie Flink
- De geschiedenis van het stripverhaal 23: Kuifje
- De geschiedenis van het stripverhaal 24: John L. Goldwater
- De geschiedenis van het stripverhaal 25: Detective Comics en Batman
- De geschiedenis van het stripverhaal 26: Marjorie (Marge) Lyman Henderson
- De geschiedenis van het stripverhaal 27: Een nieuwe era
- De geschiedenis van het stripverhaal 28: Martin Goodman
- De geschiedenis van het stripverhaal 29: Nederlandse strip in WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 30: Marten Toonder
- De geschiedenis van het stripverhaal 31: Nederlandse stripbladen tijdens WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 32: Eric de Noorman
- De geschiedenis van het stripverhaal 33: Robbedoes
- De geschiedenis van het stripverhaal 34: Willy Vandersteen



