De zoektocht naar de oorsprong van de stripverhalen bracht onze Geeker op je Speaker Gert-Jan van Oosten al langs het eerste Superman verhaal en de Adventure Comics. Vorige keren kwamen al twee grondleggers van de comics om de hoek kijken: Jack Kirby en Will Eisner. Nu gaan we weer terug naar Europa.
De geschiedenis van het stripverhaal 22: Flippie Flink
In Nederland en Europa bleven de tekststrips in het begin van de 20ste eeuw erg populair. Tekststrips zijn tekeningen, waaronder een tekst geschreven staat. Terwijl in de Verenigde Staten de tekstballonnen al heel gewoon waren, bleven hier in Nederland dus de tekststrips de norm. Een van de populairste tekststrips in die periode is van Flippie Flink, gemaakt door Clinge en Louis.

Johannes Pieter Jacobus Helmich (Hens) Clinge Doorenbos werd geboren in Würzburg op 9 juni 1884 en zou door het leven gaan onder de naam Clinge Doorenbos. Clinge groeide op in een gegoede familie. Zijn vader was huisarts en zijn moeder kwam uit een rijke Twentse fabrikantenfamilie. Clinge ging de artistieke kant op en werd in Nederland bekend als veelzijdig artiest. Hij was zanger, liedjesschrijver, cabaretier, journalist, kinderboekenschrijver, dichter en stripauteur. Vanaf 1921 schreef hij ruim vijftig jaar lang een dagelijks gedicht voor de Telegraaf. Via de Telegraaf kwam Clinge in contact met Louis.

Louis Raemaekers werd geboren in Roermond op 6 april 1869. Zijn tekentalent viel al vroeg op en op aandringen van zijn vader ging Louis een tekenopleiding ging volgen. Hij volgde opleidingen in Roermond, Amsterdam en Brussel. Hij ging werken als directeur en tekendocent aan de Avondtekenschool voor Ambachtslieden. In zijn vrije tijd werkte hij als boekillustrator en boekbandontwerper. In 1905 kwam hij met zijn eigen werk. Hij schreef en illustreerde twee prentenboeken, waaronder Guitenstreken van Pim, Piet en Puckie.
Door de goede recensies werd hij benaderd door het Algemeen Dagblad om daar af en toe politieke tekeningen aan te leveren. En wat ze in America konden, konden ze ook in Nederland. Louis werd later door de Telegraaf overgenomen. Vanaf dat moment ging Louis zich volledig richten op het tekenen.
De Eerste Wereldoorlog brak uit en Louis was geschokt door de inval die de Duitsers in het neutrale België hadden gedaan. Hij nam stelling met zijn tekeningen tegen de Duitsers en koos de kant van de geallieerden. Hij vond dat Nederland niet meer neutraal kon blijven en de kant van de geallieerden moest kiezen. De Duitsers waren niet blij met deze houding en spraken de Nederlandse regering hierop aan. De regering kon hier echter niets aan doen. Wel werden boeken en prenten in beslag genomen. In de herfst van 1915 kreeg Louis te horen dat er een prijs op zijn hoofd stond van twaalfduizend mark. Louis verhuisde naar Brussel, maar bleef werken voor de Telegraaf.

In 1933 werd Flippie Flink geboren in de Telegraaf. Clinge schreef rijmpjes waar Louis tekening voor maakte. En Flippie Flink was een heel populaire tekststrip. Wat overigens bijna niemand wist op dat moment, was dat Louis van een aantal afleveringen de tekeningen liet maken door zijn zoon Robert. De strip werd op een gegeven moment zelfs zo populair dat men bij de Telegraaf vond dat ze daar iets mee moesten doen. Ze organiseerde een speciaal evenement waarbij Flippie naar Amsterdam Centraal station zou gaan.
Het theater gezeldschap van Jan Nooy werd benaderd en ze maaken een voorstelling van Flippie Flink. En het ‘bezoek’van Flippie Flink was een groot succes en vele fans waren aanwezig toen hij en zijn vrienden in Amsterdam aankwamen. De voorstellingen werden goed bezocht en waren zeer populair. In de Telegraaf viel de volgende quote te lezen:
“In de pauze wekden de medespelenden gehuldigd met bloemen en Jan Nooy overhandigde onde een ovatie, die een storm werd, den “geestelijken vader”, Clinge Doorenbos, een krans”.

In 1935 werden de avonturen van Flippie Flink, zijn hond Waffie en zijn aap in boekvorm uitgeven. In Nederland ging men pas heel laat over op tekstballonnen, veel later dan andere landen. Dat komt zeer waarschijnlijk doordat men in Nederland in de jaren ’40 en ’50 het beeldverhaal als leesbederf zag. De tekststrip werd gezien als een prima manier om jonge lezertjes nog meer uit te dagen met het lezen van letters in plaats van het kijken naar plaatjes. Mogelijk is dit nog steeds een van de redenen dat het beeld verhaal in Nederland op een andere manier gewaardeerd wordt dan in Frankrijk en België op dit moment.
Bronnen: Lambiek.net, wikipedia
Wordt vervolgd…
- De geschiedenis van het stripverhaal 1
- De geschiedenis van het stripverhaal 2: The Yellow Kid
- De geschiedenis van het stripverhaal 3: Bud Fisher
- De geschiedenis van het stripverhaal 4: Winsor McCay
- De geschiedenis van het stripverhaal 5: Animatiefilms
- De geschiedenis van het stripverhaal 6: Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 7: Elzie Crisler Segar
- De geschiedenis van het stripverhaal 8: Pulp Magazines
- De geschiedenis van het stripverhaal 9: Edgar Rice Burroughs
- De geschiedenis van het stripverhaal 10: The Reign of the Superman
- De geschiedenis van het stripverhaal 11: De eerste strips van Nederland
- De geschiedenis van het stripverhaal 12: De familiestrip in Amerika
- De geschiedenis van het stripverhaal 13: Walt Disney
- De geschiedenis van het stripverhaal 14: Walt Disney vs Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 15: The Funnies
- De geschiedenis van het stripverhaal 16: Het ontstaan van Adventure Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 17: Action Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 18: Wonder Man
- De geschiedenis van het stripverhaal 19: De koning, Jack Kirby
- De geschiedenis van het stripverhaal 20: Will Eisner
- De geschiedenis van het stripverhaal 21: Joe Simon



