Peter Schaap is een veelzijdig Nederlandse auteur en zanger die zich in de jaren ’80 stortte op het schrijven van fantasy en sciencefiction. Hij begon met kinderboeken, maar schreef later ook voor volwassen, zoals De Schrijvenaar van Thyll en Ondeeds de Loutere. Deze klassiekers kwamen in eerste instantie uit bij Meulenhoff / Mynx, tegenwoordig verschijnen zijn boeken veelal bij Zilverspoor. Toevallig verscheen recent bij uitgeverij Spatterlight de bovengenoemde boeken nog eens in een nieuw jasje.
Mijn introductie in de fantasy begon wat later dan de klassiekers van Peter Schaap; ik had totnogtoe geen boeken van zijn hand gelezen, hoewel ik natuurlijk zijn naam wel kende. Dus toen ik de vraag kreeg of ik Zam de fikser wilde recenseren leek dat mij heel interessant, omdat ik erg benieuwd was naar het werk van deze Nederlandse grootmeester van de fantasy. Maakt Peter Schaap mijn verwachtingen waar?
Het verhaal
Zam de fikser gaat over een jongen genaamd Zam, die de ‘fikser’ is voor de luchtmagiër Sadusin. Voor deze magiër helpt Zam bij het oplossen van allemaal problemen en zaken waar Sadusin zelf geen zin in heeft. Sadusin zit namelijk liever met zijn hoofd in de wolken. Als betaling krijgt Zam vrije magie uitgekeerd, welke hij opslaat in zijn wolk. Met genoeg magie zou hij op zoek kunnen gaan naar zijn biologische ouders, dus hij is er zuinig mee. Tijdens één van zijn taakjes stoot Zam tegen de verkeerde magiër aan, de slechte ijzermagiër Micander. Deze lijft Zam in en stuurt hem op een queeste van levensbelang.
Zam moet van Micander namelijk op zoek gaan naar de legendarische Witte Wolf. Deze zou ongekende magie kunnen bevatten en Micander oppersterk maken. Ook Sadusin wil echter dat Zam deze Witte Wolf zoekt, zodat Micander tegengehouden kan worden. En als dan ook nog Duny ten tonele verschijnt, de dochter van de droommagiër Mandrahinasha, met dezelfde queeste is het duidelijk. Iedereen zoekt de Witte Wolf voor zijn eigen gewin. Maar waarom? En dus reist Zam samen met Duny naar een ander continent, en daar naar het hoge, ijzige noorden om de legende op te sporen en de strijd aan te binden met iets ontzettend kwaads en krachtigs.
Ondertussen bevat het boek ook ontzettend veel passages over het vroegere leven van Zam. Zo krijg je als lezer een uitstekend beeld over het leven van de jongen en begrijp je waarom hij doet wat hij doet en denkt wat hij denkt. Want zijn jeugd was alles behalve mooi…
Twee werelden, één verhaal
Omdat je om en om leest over het leven van Zam in het verleden en Zam in het heden, lijkt het op twee werelden die samen één geheel vormen. Ik zeg expres twee werelden, omdat het verleden zo anders is dan de huidige verhaallijn. De stukken met Zams verleden komen maar lastig op gang en bezitten weinig spanning. Als er dan al een moment van spanning is, wordt dat meestal teniet gedaan door een onhandige verklaring van iets. Het boek zit door deze verklaringen wel boordevol knotsgekke magie dat onbegrensd lijkt. Maar ook dit zorgt eigenlijk weer voor weinig spanning, want omdat de magie onbegrensd lijkt, kan alles.
Hier wordt eigenlijk wat mij betreft dan weer te weinig creatief gebruik van gemaakt door Peter Schaap, waardoor we geregeld blijven hangen in bekende fantasytropes. Een ouderwets toververhaal, zo beschreef Johan Klein Haneveld het verhaal op het platform Goodreads. Dat was ook het gevoel dat ik kreeg. Dit is inderdaad een ouderwets toververhaal, waar de grenzen eigenlijk echt liggen bij de verbeelding van de auteur. Die verbeelding had wat mij betreft was verrassender of unieker gekund, zoals wat hij met de afkomst van Zam heeft gedaan. Het boek bevat veel onderdelen die de oplettende lezer van mijlenver ziet aankomen. Ook de schrijfstijl is alles behalve modern. Peter Schaap gebruikt maakt gebruik van een ouderwetse schrijfstijl dat op zich wel past bij een dergelijke vertelling, maar mij toch wat hinderde bij het lezen.
Vond ik alles verschrikkelijk dan? Nee zeker niet. De personages zelf zijn wel sterk geschreven en hebben ieder een identiteit die hen echt uniek maakt. De personages zijn de sterke leidraad van dit verhaal en waarom ik bleef doorlezen. Naast Zam maakte ook Duny het verhaal, evenals de magiërs Sadusin en Micander, die vanaf het begin af aan al dubbele gezichten hebben.
Conclusie
Zam de Fikser is dus eigenlijk een blik terug naar het verleden. Het is een ouderwets toververhaal waarin personages lekker aanmodderen met magie en waar er geen regels bestaan zoals tegenwoordig vaker aan de hand is in moderne fantastische werken. Ik denk daarom dat de oude garde onder ons dit eigenlijk wel heerlijk zal vinden en dit dan ook met plezier zal lezen. Vooral het taalgebruik zal het echter voor een nieuwe generatie gedateerd aanvoelen.



