Na het gevecht tegen Surtr is Killian alles kwijt. De speer Gungnir, die hij aan zijn zus had meegegeven, is nooit bij Odin aangekomen. Daar bovenop bevindt hij zich op een plek die het hem onmogelijk maakt terug te keren naar zijn vertrouwde wereld. In gezelschap van een halfreus, en achtervolgd door dwergen, gaat hij op zoek naar antwoorden. Dan ontmoet hij Angrboda, die Killian een bijzonder verzoek doet: een tripje naar Helheim om gif te halen. Kan Killian aan het verzoek van Angrboda voldoen en uiteindelijk Gungnir terugbrengen naar zijn rechtmatige eigenaar?
Een opeenvolging van ontmoetingen
Killian ontwaakt op de bodem van een kloof – en met geheugenverlies. Al vrij rap keert zijn geheugen terug, waarbij de auteur op een handige manier ook het geheugen van de lezer opfrist. Dit gebeurt met mondjesmaat, waardoor het ook voor iemand die beide delen achter elkaar leest niet vervelend is.
Dit afsluitende deel van het tweeluik is iets avontuurlijker dan zijn voorganger. In plaats van vast te zitten op een schip, verkent Killian nu zowel Jotunheim (de wereld van de reuzen) als Helheim (de wereld van de doden). Verschillende soorten wezens kruisen zijn pad en veel van deze ontmoetingen brengen Killian in een lastig parket. Eigenlijk zijn het deze ontmoetingen die de geraamte van het boek vormen; elk daarvan leidt Killian ietsje verder op zijn pad.
Een kinderlijk hoofdpersonage en nauwelijks uitgewerkte bijpersonages
Al in het vorige boek had ik het gevoel dat het beoogde publiek eigenlijk iets jonger is dan jongvolwassenen. In het vervolg werd dit gevoel versterkt. De gedachten van de hoofdpersoon deden me eerder denken aan die van een twaalfjarige dan die van iemand van vijftien, en ook de humor sloot beter op die leeftijdsgroep aan. Tevens klaagt Killian meermaals over hoe “weinig” hij kan ten opzichte van zijn vrienden, terwijl hij de enige is die meerdere gaven heeft. Hij heeft twee wolven die hij naar believen kan oproepen en die voor hem gevechten kunnen aangaan, hij kan uit zijn lichaam treden en op die manier van alles doen en op bepaalde plekken kan hij zelfs teleporteren. Doordat hij dit allemaal niet echt kon waarderen, kwam hij een beetje over als een zeur.
Een van de dingen waar ik in dit vervolgdeel naar uitkeek, was hoe Killian en zijn vrienden met hun verschillende gaven zouden gaan samenwerken om het volgende kwaad te bestrijden. Helaas was hun rol maar klein. Killian is een lange tijd alleen in het gezelschap van de halfreus Skadi (die ik overigens een leuke toevoeging aan het verhaal vond!) en verscheidene leden van de vriendengroep kiezen ervoor om Killian niet te helpen. De gaven van de personages die wél meegaan, worden nauwelijks benut. Sommigen halen een enkele keer een trucje uit, maar dragen niet echt iets bij aan de rode draad. De personages worden helaas niet echt uitgediept, noch zien we veel ontwikkeling. Eén van de vrienden heeft geen gave en wordt een beetje neergezet als een lafaard – juist hier was ruimte geweest voor meer ontwikkeling of het gegeven dat iemand ook zónder magische krachten een belangrijke toevoeging kan zijn.
Een missie in het dodenrijk met ietwat gemakkelijke oplossingen
De opzet van dit boek is eigenlijk een beetje hetzelfde als in zijn voorganger. Waar het toen Odin was voor wie Killian een opdracht moest uitvoeren – het verkrijgen van zijn speer – is het nu Angrboda die iets van Killian vraagt, namelijk gif uit Helheim. Ook deze keer besluit Killian de missie te volbrengen en in ruil daarvoor wil hij de speer van Odin terugkrijgen. De beweegredenen van Angrboda blijven een beetje vaag. Het is mij niet duidelijk waarom ze uitgerekend Killian op pad stuurt, zeker omdat hij Helheim als levende ziel helemaal niet kan verlaten. De urgentie ontbrak ook een beetje. Hoewel er uiteindelijk wel een reden wordt gegeven waarvoor Angrboda het gif nodig heeft, vond ik dit niet echt een sterke motivatie.
Een bezoekje aan de wereld van de doden geeft een hoop mogelijkheden voor spannende scènes. We zien een paar oude bekenden terug, wat voor interessante wendingen zorgt. Pas als ze de brug naar Helheim over zijn, ontdekken Killian en zijn vrienden dat ze niet meer zomaar kunnen terugkeren. Sterker nog: zolang zij in het rijk der doden zijn, kunnen de doden zelf ook niet weg of vergaan ze zelfs wanneer ze het toch proberen. Natuurlijk willen de inwoners van Helheim niets liever dan dat de levenden weer opzouten… en toch wordt hier nauwelijks iets mee gedaan. Iedereen kan zien dat het gezelschap nog niet dood is, meermaals zijn ze bang dat iemand het zal zien – en toch ziet bijna niemand het. De hulp die hun geboden wordt voelt nogal willekeurig en de oplossing voor hun ontsnapping is eigenlijk heel simpel. Hulp van buitenaf is keer op keer cruciaal en dit is – gezien de mogelijkheden die er waren door alle personages met gaven – best jammer. Ik had toch op een beetje meer teamwork gehoopt. Tevens hoopte ik dat we iets meer inzicht zouden krijgen in de wijze waarop de jongeren uit de levens van hun families zijn gewist, maar hier komt niet echt een verklaring voor en het lijkt hen ook allemaal niet zoveel te doen.
Conclusie
Het gif van Helheim is het vervolg op De opdracht van Odin. Verscheidene aspecten van de Noordse mythologie komen op een overzichtelijke manier aan bod, waarbij de auteur er een originele draai aan weet te geven. In dit deel kregen de personages helaas niet de diepgang waar ik op hoopte en was er niet echt sprake van een groepsdynamiek, al leende het verhaal zich daar wel goed voor. Hoewel de auteur een aantal mooie obstakels voor de personages heeft verzonnen, is het jammer dat oplossingen vaak van buitenaf komen en ze dit niet met een knap staaltje teamwork weten op te lossen.
Het Gif van Helheim
Gillian Calkert
9789464641035
Godijn Publishing
Maart 2023
Paperback
321 pagina's



