De laatste overlevenden van het menselijk ras lieten een stervende aarde achter, terwijl ze wanhopig probeerden een nieuw thuis tussen de sterren te vinden. De voetstappen van hun voorouders volgend stuitten ze op een ondenkbare schat uit vervlogen tijden: een geterraformeerde wereld die is voorbereid op menselijk leven. Maar dit nieuwe Eden is niet wat het lijkt. Nieuwe meesters hebben het van een toevluchtsoord veranderd in de ergste nachtmerrie van de mensheid.
Een verhaallijn die duizenden jaren overspant
Hoewel Kinderen van de tijd geschreven is met een wetenschappelijke inslag, hanteert de auteur een prettige schrijfstijl die vooral beschrijvend van aard is. Het zijn niet hele eenvoudige zinnen, waardoor ze in vertalingen soms wat houterig overkomen. In dit boek is dat niet het geval: het las vlot weg en het was eigenlijk nauwelijks te merken dat het een vertaling betreft.
Het boek kent een actievol begin waardoor je vrij gemakkelijk in het verhaal zit, al kabbelt het daarna rustig door. De verhaallijn bespant duizenden jaren, waarin er twee verhaallijnen gevolgd worden: die van de laatste mensen die in de Gilgamesh op zoek zijn naar een nieuwe planeet om te leven nadat de aarde onleefbaar is geworden, en die van de evoluerende spinnen op ‘Kerns wereld’, die door menselijk toedoen met een virus besmet zijn waardoor ze snel evolueren en intelligenter worden. Het verhaal is opgedeeld in verschillende fases, waartussen steeds een aantal eeuwen zit die de mensen in cryoslaap doorbrengen en waarbij de spinnen steeds een aantal generaties overslaan.
Intelligente spinnen en wat minder intelligente mensen
De auteur besteedt het overgrote deel van het boek aan het presenteren van zijn ideeën over hoe een spinnensamenleving zich zou ontwikkelen. Voor sommigen – waaronder mijzelf – is het interessant om deze ‘wat-als’-lijn te volgen, maar het is wel dusdanig uitgebreid dat ik me kan voorstellen dat er lezers zijn die het erg langdradig vinden. Het is duidelijk dat de auteur een soort eindstadium voor de spinnensamenleving voor ogen had en de stappen daartussen zijn vrij uitgebreid beschreven. Desondanks vond ik alternatieven voor bepaalde menselijke uitvindingen te vaag omgeschreven, waardoor ik me er geen beeld van kon vormen en het verhaal tegen het einde wat ongeloofwaardig werd.
Er is veel aandacht besteed aan de sociale structuur van de spinnensamenleving. Dit vond ik interessant – je zag daarin ook duidelijke paralellen met hoe de man-vrouwrollen zich in de menselijke geschiedenis hebben ontwikkeld, zij het dat bij de spinnen juist de mannen ondergeschikt waren aan de vrouwen. De niet-menselijke samenleving maakte door het hele boek heen een gigantische ontwikkeling door. Dit geldt niet voor de mensen op de Gilgamesh – de mensheid bleef een beetje op hetzelfde niveau en maakte eigenlijk vaak dezelfde fouten als in het verleden. We zien tegenslag na tegenslag, waarbij ze het vooral zichzelf erg moeilijk maakten. De blik van de auteur op de mensheid was in elk geval erg pessimistisch en hoewel het boek duidelijk kritiek levert op onze huidige maatschappij, had iets meer nuance de beide samenlevingen misschien wat meer in balans gebracht.
Het viel niet mee om een band met de personages te vormen. Bij de spinnen leefden ze daar te kort voor – na iedere tijdsprong werd het verhaal verder beschreven vanuit de nakomeling van een vorig personage. De mensen waren nogal stereotypes: een op macht beluste leider, een wetenschapper die de wetenschap belangrijker lijkt te vinden dan het lot van haar medemens en een historicus die constant twijfelt aan de waarde die hij nog heeft voor de groep. Het meeste werd geschreven vanuit Holsten – de historicus – maar hij kwam nogal passief over. Een ander belangrijk personage was Lain, de hoofdtechnicus, die wel wat daadkrachtiger was zonder meteen veel sympathie te verliezen. Helaas bleven alle personages wat vlak en maakten ze geen van allen een ontwikkeling door.
Tot slot deed de flaptekst een spannende confrontatie vermoeden, waar ik de hele tijd reikhalzend naar uitkeek. De opbouw hiernaartoe was echter erg lang en de confrontatie zelf erg kort. Er zat nog wel een twist aan het einde, maar het avontuurlijke aspect van de mensheid die op een nieuwe, “nachtmerrieachtige” planeet een thuis moet zien te vinden – wat in de lijn van mijn verwachtingen lag – kwam helaas niet aan bod.
Conclusie
Kinderen van de tijd is een origineel sciencefictionverhaal waarbij twee samenlevingen zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Het grootste deel van het boek verhaalt over de evolutie van de portia (een springspin), die een grootse beschaving weet op te bouwen die uiteindelijk misschien een beetje over de top lijkt. De personages zijn wat vlak en er is geen strakke spanningsboog, maar voor wie interesse heeft in intelligent (spinnen)leven en het ontwikkelen van cultuur en samenleving is dit boek zeker een aanrader.