In de Magia-trilogie geeft Birgit Berg de queeste weer van Syribil, de laatste Lupidae, een wolfachtige. Samen met een select gezelschap, waaronder Jhon en Ri’shana, gaat ze op een missie die bepalend is voor het voortbestaan van de wereld.
Verhaal
De mensen en de Nhir leven al eeuwen op gespannen voet met elkaar, beide rassen kunnen elkaar niet luchten of zien. Nu de Duistere Heer weer aan macht wint lopen de spanningen op en lijkt het nog maar een kwestie van tijd voordat de strijd weer losbarst.
Syribil is een meisje van 13 jaar oud. Ze is echter niet zomaar een jong meisje, ze is de laatste Lupidae. Dat betekent dat ze door middel van Magia kan transformeren in een Wolfachtige. Samen met Jhon van het Gilde en de Nhir Ri’shana gaat ze op reis om de steen te bemachtigen waarin een grote hoeveelheid Magia in schuilt. Tijdens deze reis komen ze erachter dat alles anders is dan het in eerste instantie lijkt.
In verhaal volgen de queestes elkaar op en komen de personages steeds een stapje dichter bij hun doel. De verhaallijn die Berg heeft neergezet is goed te volgen en het leest allemaal vrij vlot weg. Het verhaal is echter wel wat voorspelbaar, wat ik erg jammer vond. Af en toe op het verkeerde been gezet worden, of een verrassende wending die je niet ziet aankomen, houdt de lezer op scherp en dat was niet of nauwelijks aan de orde. De wereld waarin de personages zich bewegen is goed beschreven en interessant neergezet, maar de auteur had bijvoorbeeld de verzonnen rassen/wezens nog wat meer ‘eigens’ mee kunnen geven. Zo zijn de Nhir eigenlijk een soort (duister)elfen en is de Lupidae een weerwolf die in dit geval alleen middels magia kan transformeren in plaats van via de volle maan. Dit zal iets persoonlijks zijn, maar herkenbare elementen en termen uit het ‘fantasywereldje’ kunnen soms prima gebruikt worden zonder af te doen aan de eigenheid van je verhaal.
De personages zijn interessant en hebben een eigen stem. Wel valt op dat hier doorheen het veerhaal maar weinig op wordt voortgebouwd. Er zit wat dat betreft weinig karakterontwikkeling in. Het meest uitgesproken personage, Ri’shana, is in het begin heel uitgesproken en impulsief en heeft echt wel een ruw randje, maar gaandeweg deel 1 vlakt ook zij af. De potentie is er, maar er had nog veel meer ingezeten!
Uit het verhaal
Persoonlijk vind ik het altijd erg belangrijk dat een verhaal geloofwaardig is binnen zijn eigen geschapen wereld en regels, eventueel in relatie tot onze eigen wereld. Op die manier kun je als lezer vertrouwen op de schrijver dat wat er gebeurt klopt en hoef je daar geen vraagtekens bij zetten, wat je uit het verhaal kan trekken. Dat laatste is in de Magia-trilogie echter af en toe wel het geval.
Zo zijn de gevechten allesbehalve bevredigend. De meeste mensen in de gevechten worden vermoord door middel van een onthoofding door één enkele slag. Of er wordt een hand of een arm afgehakt met een enkele slag. Dit is in een gewoon gevecht of een gevecht vanaf een paard praktisch onmogelijk. Het komt ook over alsof de “goeden” enorm goed kunnen vechten en de “slechte” mensen niets kunnen en praktisch stil staan om zich te laten afslachten.
Soms zijn het ook kleine dingetjes die mij opvielen waar ik even door werd afgeleid. Zoals het feit dat Jhon zijn lange zwaard horizontaal op zijn rug heeft hangen, waardoor het voor tegenstanders niet opvalt hoe lang het zwaard is. Dit leek mij heel onpraktisch. De eerste keer dat je dit leest denk je, o dit is een foutje, ze bedoelt misschien verticaal. Maar daarna werd dit (voornamelijk in deel 1) nog veel vaker expliciet benoemd.
Conclusie
De Magia-trilogie leest vlot weg en is zeker wel vermakelijk. Het concept van het verhaal is in beginsel best wel goed. Voor mijn gevoel zeker geschikt voor een YA doelgroep, maarhet mist wat afwerking die het verhaal wel had verdiend. Voor mij waren er te veel punten die mij uit het verhaal trokken om er echt lekker in te blijven.