Tijdens Elfia Haarzuilens van afgelopen weekend stond Robin Rozendal op de stand van Zilverspoor met de eerste druk van haar debuutroman Verloren Aluria, het eerste deel in de serie Levende Steden. Het is een serie over een wereld waar steden leven, gedachten hebben en persoonlijkheid. Maar deze ‘aluria’ worstelen net zo met het leven als wij. In dit artikel neemt ze ons mee in de wereld die ze heeft bedacht.
NB: Aankomende zaterdag presenteert ze haar boek in de Posthoornkerk in Amsterdam. Klik hier voor meer informatie.
De setting

De wereld van Levende Steden zijn eigenlijk 2 werelden, namelijk de Aarde en Erimaer. Ze bestaan naast elkaar, maar de meeste bewoners weten niet dat er nog een andere wereld bestaat.
Waar op Aarde technologie de grootste drijvende kracht van de maatschappij is, is dat op Erimaer magie, die ze ayem noemen. Die ayem wordt op Erimaer gebruikt om allerlei dingen aan te drijven. Zo zijn er treinen en trams die op ayem rijden, maar zijn er ook huishoudelijke apparaten die erop draaien, en worden bijvoorbeeld lampen gemaakt met ayem, in grote fabrieken.
De Aarde en Erimaer zijn op een mysterieuze wijze met elkaar verbonden, en mijn hoofdpersoon Enna Vere, die in Amsterdam woont, ontdekt de weg naar Erimaer.
De continenten
Erimaer heeft een paar grote continenten. Het verhaal van de serie ‘Levende Steden’ speelt zich voornamelijk af op Atalnya, ten zuiden van de Tarzee. Ten noorden van de Tarzee ligt Nagdana, een bergachtig continent, en ten noorden daarvan liggen de Noordelijke IJslanden, die in de latere boeken nog een rol gaan spelen.
Dan is er ook nog het continent Xilitan Var Mou, dat zo groot is dat je het kunt bereiken door vanaf Atalnya naar het westen óf het oosten te gaan. Xilitan speelt in deze serie geen grote rol, maar Atalnya en Nagdana zeker wel.
Aluria
Niet elke stad is een levende stad. Op Erimaer zijn zo’n 50 levende steden, de meeste duizenden jaren oud. Veel van die aluria zijn in de loop van de eeuwen verlaten door de bewoners, of hebben geen goed contact meer met hun bewoners. Hierdoor hebben veel aluria het moeilijk. Ze zijn eenzaam, of hebben psychische problemen ontwikkeld zoals angststoornissen of wanen.
Als bewoner merk je daar niet altijd evenveel van. Sommige aluria trekken zich terug in zichzelf, anderen uiten het wel fysiek, door de straten en gebouwen te laten schudden of alles te laten instorten.
Maar het kan ook subtieler werken. Als een levende stad gelukkig is, worden de bewoners gelukkig, zoals wanneer een mens kan genieten van de zon. Maar als een levende stad ongelukkig is, sijpelt dat gevoel ook door naar de bewoners, die depressief of ziek worden, of zelfs sterven.

De steden
Erimaer heeft levende steden, die aluria worden genoemd, maar niet elke stad leeft. Zo begint het verhaal op Erimaer in Duril, een kleine stad in het westen van Atalnya. Duril is een gewone stad, die de inwoners steen voor steen hebben opgebouwd.

De grootste levende stad is Zagrabe, dat midden in Atalnya ligt. Zagrabe ligt in een drukbevolkt gebied, dat ooit leek op Europa, met verschillende landen, die elk hun eigen cultuur hadden. De groep landen werkte veel samen en dreef handel. Ze noemden zich Emysa.
Daar kwam een einde aan door een grote oorlog, dertig jaar geleden, waarbij de tshaer de macht greep dankzij zijn leger van grijze mensen. Zagrabe is sindsdien de hoofdstad van de Ureaanse Unie, en de meeste landen van het oude Emysa zijn ingelijfd bij dit Urea.
Binnen Urea liggen nog een paar kleine levende steden, maar velen zijn verlaten en vergeten. Een voorbeeld is Hoya Torqizin, de alurin die een rol speelt in mijn korte verhaal ‘De schat van Hoya Torqizin’, dat te downloaden is op mijn site. De Ureaanse Unie zoekt wel naar de verloren aluria, omdat levende steden een bron van magie zijn die ze willen beheersen.
Zagrabe is onder de heerschappij van de tshaer achteruitgegaan. Ze wordt steeds depressiever en die stemming slaat over op haar inwoners. Ook zijn er steeds meer aardbevingen, en is de atmosfeer in de stad steeds giftiger aan het worden, letterlijk en figuurlijk.
Ten oosten van de Ureaanse Unie ligt nog een gebied dat dunner bevolkt is, gescheiden van Urea door twee gigantische bergketens. Dat gebied heet Athulen. Er wonen daar voornamelijk nomadische clans die zich Altrao’s noemen, en die de ruïnes van de vele aluria in het gebied zoveel mogelijk vermijden. Deze ruïnes zijn gevaarlijke plaatsen, omdat de aluria niet dood zijn, maar gek geworden. Als je je binnen de straten van die aluria begeeft, ben je je leven niet zeker.
Een van de grootste aluria in Athulen is Tion, een levende stad die goed bevriend is met de tshaer. Tion is een van de weinige aluria in Athulen die géén ruïne is. Daarnaast ligt in het zuiden Alalnir Azur, die millennia eerder een grote rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de levende steden, maar nu slechts bewoond wordt door de geesten van het verleden. Deze stad bestaat bijna helemaal uit azuurblauwe torens, die hoog over het laagland uittorenen.
Op Nagdana is de beroemdste levende stad: Falithol Tay, de hoofdstad van de sharèn. De sharèn zijn een ras die verwant zijn aan mensen, maar een veel beter contact hebben met de natuur en magie. Daardoor is Falithol ook de enige levende stad op heel Erimaer waar het echt goed mee gaat. Het is een stad van ijs op de hoogste toppen van het hooggebergte van Nagdana. In de zomer gaat de zon er niet onder, en in de winter hebben ze de lange poolnacht.
In het eerste boek van de serie, Verloren Aluria, ontmoeten we 2 levende steden: Faly en Paru Tizin.

Faly is een stad van ijs, die verbonden is met Falithol Tay in het Noorden. Ze kan vliegen, maar niet altijd… Ze houdt vooral van de sharèn man Hylgaron, die al vele jaren verbonden is met Faly. Zo diep verbonden, dat hij zich haast niet meer los kan maken van de levende stad, en het ijs waaruit Faly bestaat op zijn gezicht doorgroeit.
Faly is de eerste levende stad die de Amsterdamse Enna Vere op Erimaer ontmoet. Ze durft zelf niet meteen dicht bij de torens van ijs te komen, maar ze is niet alleen: Thomas Doorn is met haar meegereisd naar Erimaer, omdat ze met elkaar verbonden zijn op een manier die ze niet begrijpen.
Thomas had als kind een sprookjesboekje dat Nagdaanse Vertellingen heette en van Erimaer kwam. Daarin las hij al over de stad van ijs, waardoor hij en Enna nu de gebarsten torens durven te betreden. Maar Faly is niet meer de stad die ze ooit was.
Paru Tizin was nooit een grote stad, maar een klein kloosterdorp in de bergen, In het westen van Atalnya. De precieze locatie van Paru is al jaren vergeten, maar twee mannen die op de vlucht zijn voor de Ureaanse opsporingsdienst weten de alurin terug te vinden. De stad ligt hoog in de bergen en bestaat uit dezelfde steen als de omgeving: een mix van roze graniet en warmgele zandsteen. Paru is zo blij dat Yaru en Marthis hem hebben gevonden na de eeuwen van eenzaamheid, dat hij in paniek raakt wanneer ze hem willen verlaten.
De staat van de levende steden in de serie is verbonden met de familie van Enna Vere. Ze moet ontdekken wat er gebeurd is, voordat de teloorgang van de aluria zich uitstrekt naar de Aarde en beide werelden vergaan.




