We blijven in deze reeks nog even hangen in de Tweede Wereldoorlog, gezien deze een grote indruk maakte op invloedrijke striptekenaars in Amerika. Zo hadden we het eerdel al over de carrière van Will Eisner en Stan Lee. Ook Joe Simon meldde zich aan bij het leger, in zjin geval de US Coast Guard, waar hij eerst toegewezen werd bij de Mounted Beach Patrol bij Long Beach Island, New Jersey. Daarna moest hij zich melden bij de Combat Art Corps in Washington. Joe ging aan de slag bij de eenheid die schilderijen en andere soorten kunst maakte ten dienste van een positieve PR voor het leger om zo mensen te rekruteren.

Joe deed waar hij goed in was en creëerde een stripblad voor Combat Art Corps. Het moest het echte leven van een US Coast Guard representeren en heette dan ook True Comics. Joe overtuigde DC Comics om deze uit te geven. Het werd bovendien opgepikt door het magazine Parents, die door het hele land werd uitgeven als weekendbijlage in de zondagse editie. True Comics was ook het eerste blad dat werkte met een zogenaamde editor die er voor moest zorgen dat de content goed was. Omdat men de comic zo “echt” mogelijk wilde laten zijn was er een editoral board. Er zaten professoren, geschiedkundigen, docenten en zelfs de eerste persoon die zich bezig hield met peiling over meningen in de groep.
Joe ontmoette in deze tijd Milt Gross. Joe en Milt deelden dezelfde kamer tijdens hun tijd bij de Combat Art Corps. Milt was geboren in 1895 en was al wat ouder dan Joe. Milt had al als soldaat gevochten in de Eerste Wereld Oorlog. Vanaf zijn twaalfde was Milt al bezig met tekenen.

Op zijn twintigste had Milt had een strip gehad in de New York Journal Phool Phan Phables. Na de Eerste Wereldoorlog zou hij nog een aantal strips maken, maar zijn grootste succes kwam met de “Gross Exaggerations”, een wekelijkse column waar hij schreef en ook illustraties bij maakte. In 1933 was Milt ook een van de mensen die door Hearst werd weg gekocht om voor zijn kranten strips te gaan maken. Zijn grootste succes werd Count Screwloose of Tooloose. Het verhaal ging over een geestelijk gestoorde man die vaak de instelling verliet om de wereld in te gaan. Vaak kwam hij dan mensen tegen die zich enorm gek gedroegen. Dan ging hij maar weer snel naar huis. Als hij dan weer naar huis gelopen was, zei hij steevast tegen zijn hond Iggy: ”Iggy , keep an eye on me.” En dit werd door de lezers opgepakt zodat het een nationale catchphrase werd in de jaren 30. Ook zouden er twee films gemaakt worden over Count Screwloose of Tooloose.
Het werk van Milt kenmerkte zich door zijn overdreven tekenstijl en hij was ook bekend voor het gebruiken van veel Jiddische woorden in zijn strips. Het succes van Joe zijn True Comic serie was ondertussen niet onopgemerkt gebleven. Joe kreeg de opdracht nog een nieuwe comic te creëren. Hij zou deze dan samen met Milt moeten gaan maken. De bedoeling van deze nieuwe serie zou zijn om nieuwe mensen te rekruteren bij de Coast Guard.
De comic werd niet uitgegeven door DC comics, maar bij Street and Smith Publications en werd verkocht bij de new stands in de Verenigde Staten. Street and Smith Publications was een van de vele uitgeverijen die destijds Pulp Magazines en Comics uitgaven.
Wordt vervolgd
- De geschiedenis van het stripverhaal 1
- De geschiedenis van het stripverhaal 2: The Yellow Kid
- De geschiedenis van het stripverhaal 3: Bud Fisher
- De geschiedenis van het stripverhaal 4: Winsor McCay
- De geschiedenis van het stripverhaal 5: Animatiefilms
- De geschiedenis van het stripverhaal 6: Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 7: Elzie Crisler Segar
- De geschiedenis van het stripverhaal 8: Pulp Magazines
- De geschiedenis van het stripverhaal 9: Edgar Rice Burroughs
- De geschiedenis van het stripverhaal 10: The Reign of the Superman
- De geschiedenis van het stripverhaal 11: De eerste strips van Nederland
- De geschiedenis van het stripverhaal 12: De familiestrip in Amerika
- De geschiedenis van het stripverhaal 13: Walt Disney
- De geschiedenis van het stripverhaal 14: Walt Disney vs Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 15: The Funnies
- De geschiedenis van het stripverhaal 16: Het ontstaan van Adventure Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 17: Action Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 18: Wonder Man
- De geschiedenis van het stripverhaal 19: De koning, Jack Kirby
- De geschiedenis van het stripverhaal 20: Will Eisner
- De geschiedenis van het stripverhaal 21: Joe Simon
- De geschiedenis van het stripverhaal 22: Flippie Flink
- De geschiedenis van het stripverhaal 23: Kuifje
- De geschiedenis van het stripverhaal 24: John L. Goldwater
- De geschiedenis van het stripverhaal 25: Detective Comics en Batman
- De geschiedenis van het stripverhaal 26: Marjorie (Marge) Lyman Henderson
- De geschiedenis van het stripverhaal 27: Een nieuwe era
- De geschiedenis van het stripverhaal 28: Martin Goodman
- De geschiedenis van het stripverhaal 29: Nederlandse strip in WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 30: Marten Toonder
- De geschiedenis van het stripverhaal 31: Nederlandse stripbladen tijdens WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 32: Eric de Noorman
- De geschiedenis van het stripverhaal 33: Robbedoes
- De geschiedenis van het stripverhaal 34: Willy Vandersteen
- De geschiedenis van het stripverhaal 35: Captain America
- De geschiedenis van het stripverhaal 36: Stan “The Man” Lee
- De geschiedenis van het stripverhaal 37: Superman tekenfilm
- De geschiedenis van het stripverhaal 38: Sentinels of Liberty
- De geschiedenis van het stripverhaal 39: Eisner & Lee in WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 40: Charles Addams