Terwijl de Tweede Wereldoorlog Europa in zijn greep hield, waren Jerry Siegel en Joe Shuster in de Verenigde Staten nog steeds bezig met het maken van hun strip Superman. Joe en Jerry werkten vanuit hun eigen studio in Cleveland en waren lokale bekendheden onder de jongeren. Het ging goed met Superman. Zijn dagelijkse strip stond in 230 kranten en zijn eigen comic verdiende 950.000 dollar per jaar. Superman kreeg zelfs zijn eigen radio hoorspel.
Dit radio hoorspel begon in 1940 en zou tot aan 1951 lopen. Het hoorspel duurde telkens een kwartier en werd in de namiddag uitgezonden, zodat de jongeren na schooltijd konden luisteren naar de verhalen van Superman. Kryptoniet is voor het eerst ten tonele verschenen tijdens een van deze uitzendingen. De tekst die destijds gebruikt werd bij de intro van het hoorspel is bekend geworden omdat hij later ook gebruikt zou worden in een ander medium. Deze tekst werd tot aan het einde van de serie in 1951 gebruikt.
Up in the sky! Look!
It’s a bird!
It’s a plane!
It’s Superman!
Het succes van de radioshow was inmiddels ook niet onopgemerkt gebleven bij Paramount Studios. Vanuit Paramount benaderde men Max Fleischer, een grootheid in animatie, om te zien wat hij kon doen met Superman. Max en zijn broer Dave hadden in Florida hun filmstudio opgezet en hadden net hun eerste lange animatiefilm gemaakt: Gulliver’s Travels. Ze waren op dat moment net bezig met hun tweede lange animatiefilm (Mr Bug goes to Town) en beide heren wilden eigen geen ander project erbij. Ze waren bang dat de druk te groot zou worden en dat de kwaliteit die ze in hun animatiefilms wilden terug zien, hieronder zou gaan leiden.

Paramount was echter groot aandeelhouder in het bedrijf van Max en Dave, dus ze hadden het gevoel dat ze niet konden weigeren. Ze bedachten daarom een strategie om ervoor te zorgen dat ze de animatie van Superman niet hoefden te doen, namelijk een belachelijk hoog bedrag vragen voor het produceren van de afleveringen. Ze vroeg en maar liefst vier keer het bedrag wat ze normaal gesproken voor een tekenfilm van dezelfde lengte, circa 10 minuten, vroegen voor de Popeye tekenfilms. Maar tot grote schrik van Max ging Paramount in op dit voorstel. Uiteindelijk kwam men uit bij een budget per aflevering van maar liefst 500.000 dollar.
De eerste aflevering werd uitgebracht op 26 september 1941 en werd gelijk genomineerd voor een Academy Award for Best Short Subject: Cartoons. Wat Max helaas verloor, want Walt Disney ging ermee vandoor voor de tekenfilm Pluto, Lend a Paw.

De tekenfilmserie introduceerde een aantal elementen aan Superman die er eerder niet waren. Het iconische beeld van de Daily Planet hebben we er bijvoorbeeld aan te danken. En dankzij deze tekenfilm serie kreeg Superman er een nieuwe superkracht bij, ze lieten Superman voor het eerst vliegen. Tot die tijd kon Superman namelijk alleen maar springen. “Able to leap tall buildings in a single bound.” Maar als Superman de hele tijd zou springen, zou dat qua animatie behoorlijk meer werk met zich hebben mee brengen. Daarnaast zag het er een beetje raar uit. Daarom deed Max het verzoek bij Action Comics of hij Superman zou mogen laten vliegen. Dat zou het werk een stuk makkelijker maken.
Max gebruikte voor de animatieserie zijn uitvinding de rotoscoop. Een aantal scènes werd nagespeeld en daarna overgetrokken, maar een groot aantal scènes konden niet worden nagespeeld. Het vliegen en optillen van zware objecten werden nagetekend, waarbij altijd werd gecontroleerd of het getekende paste in het ‘model’ van Superman.

Het was de eerste actie-avontuur in een serie verhalen. Tot die tijd werden tekenfilms alleen gezien als comedy en iets voor kinderen om te kijken. Dat je er ook wat volwassenere verhalen mee kon vertellen was nog niet eerder gebeurd. Godzilla zou geïnspireerd op een de aflevering van Superman: Artic Giant. In dit verhaal loopt een groot groen monster de stad.
Na een aantal aflevering kregen Max en Dave ruzie. De ruzie werd zo erg dat Dave uit het bedrijf stapte en hoofd werd bij Colombia Pictures. Paramount greep in en zette nieuwe mensen in het bedrijf, waarbij een andere naam kreeg. De studio kreeg nu de naam Famous Studios en onder deze naam maakte men de laatste afleveringen van de vooraf beloofde reeks Superman afleveringen.
Door het succes van Superman kreeg de comic-industrie iets meer aanzien. Het jaarlijkse inkomen van Joe en Jerry werd in 1941 geschat op 150.000 dollar en hier waren de heren heel blij mee. Totdat in de Saterday Evening Post de inschatting maakte dat anderen zelfs 500.000 dollar verdienden aan Superman. Helaas was dit voor de branche niet een uitzondering.
Wordt vervolgd.
- De geschiedenis van het stripverhaal 1
- De geschiedenis van het stripverhaal 2: The Yellow Kid
- De geschiedenis van het stripverhaal 3: Bud Fisher
- De geschiedenis van het stripverhaal 4: Winsor McCay
- De geschiedenis van het stripverhaal 5: Animatiefilms
- De geschiedenis van het stripverhaal 6: Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 7: Elzie Crisler Segar
- De geschiedenis van het stripverhaal 8: Pulp Magazines
- De geschiedenis van het stripverhaal 9: Edgar Rice Burroughs
- De geschiedenis van het stripverhaal 10: The Reign of the Superman
- De geschiedenis van het stripverhaal 11: De eerste strips van Nederland
- De geschiedenis van het stripverhaal 12: De familiestrip in Amerika
- De geschiedenis van het stripverhaal 13: Walt Disney
- De geschiedenis van het stripverhaal 14: Walt Disney vs Max Fleischer
- De geschiedenis van het stripverhaal 15: The Funnies
- De geschiedenis van het stripverhaal 16: Het ontstaan van Adventure Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 17: Action Comics
- De geschiedenis van het stripverhaal 18: Wonder Man
- De geschiedenis van het stripverhaal 19: De koning, Jack Kirby
- De geschiedenis van het stripverhaal 20: Will Eisner
- De geschiedenis van het stripverhaal 21: Joe Simon
- De geschiedenis van het stripverhaal 22: Flippie Flink
- De geschiedenis van het stripverhaal 23: Kuifje
- De geschiedenis van het stripverhaal 24: John L. Goldwater
- De geschiedenis van het stripverhaal 25: Detective Comics en Batman
- De geschiedenis van het stripverhaal 26: Marjorie (Marge) Lyman Henderson
- De geschiedenis van het stripverhaal 27: Een nieuwe era
- De geschiedenis van het stripverhaal 28: Martin Goodman
- De geschiedenis van het stripverhaal 29: Nederlandse strip in WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 30: Marten Toonder
- De geschiedenis van het stripverhaal 31: Nederlandse stripbladen tijdens WOII
- De geschiedenis van het stripverhaal 32: Eric de Noorman
- De geschiedenis van het stripverhaal 33: Robbedoes
- De geschiedenis van het stripverhaal 34: Willy Vandersteen
- De geschiedenis van het stripverhaal 35: Captain America
- De geschiedenis van het stripverhaal 36: Stan “The Man” Lee